Wat is de betekenis van SNORBAARD?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNORBAARD

m. (-en), 1. knevel; 2. man met een zware knevel: een oude snorbaard, een veteraan of oudgediende (in deze bet. meest snorrebaard).

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

snorbaard

m. snorbaarden (knevel; fig. man m. e. zware knevel): een oude snorbaard, oudgediende.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snorbaard

(’snor) m. (-en) 1. Eig. knevel. 2. Metn. man met een zware knevel: een oude -, ook Fig. een oudgediende.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNORBAARD

SNORBAARD - m. (-en), knevel; (fig.) man met een zwaren knevel; — een oude snorbaard, een oudgediende.

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Snorbaard

Snorbaard, m. (-en), knevel; (fig.) man met een zwaren knevel.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten