snollerig
(1901) (inf.) (gezegd van vrouwen) seksueel uitdagend (als een snol* of slet*); begeerlijk, hoerig. De variant 'snollig' werd al in de 17e eeuw opgetekend (bij o.a. Bredero). • Het tegenstribbelende kind meetroonend, begint ze met zalvenddikke keelstem, wee van snollerig café-chantantgeluid, 'n opera-air te zingen, hoog uitgalmend als z...