Wat is de betekenis van SNERKEN?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNERKEN

(snerkte, heeft gesnerkt), 1. (onoverg.) sissend, knetteren (bij het braden in de pan): de boter snerkt in de pan; ook in toepass. op andere derg. geluiden, o.a. van een (natte) tabakspijp waaraan met kracht getrokken wordt; 2. (overg.) even in gesmolten boter enz. braden : een hoen snerken ; — spek snerken, even in de pan bakken ; 3. (gew....

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

snerken

snerkte, h. gesnerkt (klankn. 1 een knetterend geluid maken [bij het braden]; 2 doen braden in snerkende boter; 3 Z.-N. snerpen); 1. de boter snerkt in de pan; 2. een hoentje snerken; 3. de wonde snerkt.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snerken

('snerkən) (snerkte, heeft gesnerkt) [klnb.] 1. knetteren bij het braden in de pan. 2. in boter braden : een hoentje -.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNERKEN

SNERKEN - (snerkte, heeft gesnerkt), knetteren bij het braden in de pan : gesnerkte boter; een hoen snerken; — spek snerken, even in de pan bakken. SNERKING, v. het snerken, prutteling.

2025-07-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Snerken

Snerken, ow. gel. (ik snerkte, heb gesnerkt), pruttelen, braden, knetteren; gesnerkte (gebraden) boter. *...KING, v. gmv. het snerken, prutteling.

Gerelateerde zoekopdrachten