Wat is de betekenis van SNEP?

2025-07-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

snep

Ben. voor een waadvogel met zeer korte en buigzame snavel: snip. Verleden week heb ik met mijn vrouw een snep gegeten, ELSSCHOT 1960, 428. Ik rolde holder-klabolder met stoel en emer de trap af ... . Ik was zo nat als een snep, de stoel was met één poot tussen de trapleuning blijven steken, CLAES 1960, 60. Ik jankte gewoon maar als...

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snep

v. (-pen) snip.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNEP

SNEP - v. (-pen), zie SNIP.

2025-07-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Snep

Snep, v. (-pen), zie SNIP. *-IJZER, v. (-s), (heelk.) laatijzer.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)