Wat is de betekenis van Snelloper?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNELLOPER

m. (-s), 1. iem. die snel loopt; 2. ben. voor zekere soort van schaatsen ; 3. (drukk.) bijzonder snel lopende, zwaargebouwde stopcylinderpers.

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

snelloper

(1995) (inf.) artikel dat erg goed loopt en daardoor snel is uitverkocht. • Centraal Boekhuis redt 50 ‘snellopers’. (De Volkskrant, 03/02/1995) • Vooral de zuivelartikelen blijken `snellopers' net als het broodassortiment. (Elsevier, 26/07/1997)

2025-07-27
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

snelloper

→ hardloper

2025-07-27
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Snelloper

Snelloper - artikel dat erg goed loopt en daardoor snel is uitverkocht. Vooral de zuivelartikelen blijken ‘snellopers’ net als het broodassortiment. Elsevier, 26-07-97

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

snelloper

m. snellopers (iem., die snel loopt; soort van schaatsen; cilinder in een weefgetouw).

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snelloper

m. (~s) 1. Eig. hij die snel loopt. 2. Metn. schaats om snel op te lopen.

Gerelateerde zoekopdrachten