Wat is de betekenis van SNEEUWVAL?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNEEUWVAL

m. (-len), 1. de omstandigheid —, keer dat er sneeuw valt: reiniging der wegen bij sneeuwval; 2. lawine.

2025-07-28
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Sneeuwval

Enkele keren is in de Zaanstreek uitzonderlijk veel sneeuw gevallen. Op 18, 19 en 20 februari 1692 werd de Zaanstreek getroffen door een zeer zware sneeuwstorm. Op sommige plaatsen lag de sneeuw tot aan de dakgoten opgestoven. Aan 't Kalf keek men vanaf de grote sneeuwhopen over de daken van de huizen. Velen waren van de buitenwereld afgeslote...

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-28
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press