Wat is de betekenis van SNEEUWSCHOEN?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNEEUWSCHOEN

m. (-en), onder het schoeisel bevestigd plat, breed gestel waarmee men vlug over de sneeuw kan lopen; — ook wel voor ski.

2025-07-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

sneeuwschoen

sneeuwschoen - Voorwerpen waarmee de drager over diepe sneeuw kan lopen zonder erin weg te zakken; bestaan meestal uit bespannen, lichte, racketvormige frames en onder de voeten van de drager worden gebonden.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sneeuwschoen

m. sneeuwschoenen (groot, bootvormig onderstel voor e. schoen, waardoor men gemakkelijk over losse sneeuw kan lopen).

2025-07-26
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Sneeuwschoen

paletvormig, gevlochten vlak, dat onder de schoenen wordt aangebracht v/h loopen langs besneeuwde wegen; ook wel gebruikt als synoniem V. → ski.

2025-07-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Sneeuwschoen

Voorlooper van de latere ➝ ski in Noorwegen, een soort houten sandaal, ter lengte van drie el; aan den voorkant als een slede oploopend.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sneeuwschoen

m. (-en) lange, platte voetbekleding om over losse sneeuw te lopen.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNEEUWSCHOEN

SNEEUWSCHOEN - m. (-en), ...SCHAATS, v. (-en), lange, platte voetbekleeding der bewoners der poollanden, waarmede zij zeer vlug over de sneeuw' kunnen loopen; ...SLIJK, o. vertrapte sneeuw; ...STORM, m. (-en), storm met sneeuw vergezeld; ...STORTING, v. (-en), sneeuwval; ...UIL, m. (-en), eene uilensoort uit het hooge Noorden (nyctea scand...

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)