SNEEP
m. (snepen), karperachtige vis (Chondrostoma nasus), met kleine kop, brede snuit en kleine mondopening, in al onze rivieren aangetroffen; ook snijderssnoek, tabaksroker, schoorsteenveger, steenmeeuw en neusvis genoemd.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (snepen), karperachtige vis (Chondrostoma nasus), met kleine kop, brede snuit en kleine mondopening, in al onze rivieren aangetroffen; ook snijderssnoek, tabaksroker, schoorsteenveger, steenmeeuw en neusvis genoemd.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
neusvis. karper met een brede, stompe, vooruitstekende snuit; neusvis. Voorbeelden: De sneep heeft een karakteristieke brede, stompe, naar voren stekende snuit met een onderstandige bek. Daarmee onderscheidt hij zich van gelijkende soorten als serpeling en kopvoorn. http://www.ravon.nl/vissen.html Snepen leven in scholen in k...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Winkler Prins (1949)
(Chondrostoma nasus), Hommel, Neusvis of Tabaksroker beh. tot de Karpervissen. Smakelijke riviervis.
Dr. L.M. Metz (1937)
Zoetwatervisch van 25—30 cm lengte met een puntigen neus en een donkeren rug, levend in snelstroomend water. De Visscherijwet bepaalt, dat de kleinste maat sneep, welke vervoerd mag worden, 20 cm is.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
of elrits (Phoxinus phoxinus L.), 9 cm lang, een soort van de fam. der karperachtigen; leeft in de rivieren van Europa (ook in Ned.). De s. heeft een krachtig rond lichaam met stompen snuit. De rug is olijfgroen of vuilgrijs donker gevlekt, de groengele zijden zijn metaalglanzend. Het voedsel bestaat uit planten en kleine waterdieren. Keer.
Jozef Verschueren (1930)
m. (snepen) [~ snep] karperachtige vis in onze rivieren met neusvormige kop (Chondrostoma nasus).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Sneep - Chondrostoma nasus, visch uit de familie der karperachtigen (Cyprinidae). Lichaam slank, zijdelings slechts weinig samengedrukt, snuit gewelfd, bek onderstandig en dwars, lippen met scherpe randen tengevolge van een hard, epitheelachtig bekleedsel der kaken. Rug donker zwartblauw, zijden en buik zilverglanzend, snuit en lippen min of meer p...
J. Kramer (1908)
(Cyprinus nasus) een visch, behoorende tot de Karperachtige familie; heeft een kleinen kop en een korten breeden snuit met kleine mondopening. De S. vindt men o. a. in Maas, Rijn en IJsel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: