Wat is de betekenis van SNEDIGHEID?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNEDIGHEID

v., 1. het snedig-zijn; gevatheid; 2. (...heden) snedig gezegde.

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Snedigheid

s., snedigens, snjiddigens.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

snedigheid

v. (gevatheid, schranderheid).