SNEBBIG
bn. (-er, -st), snibbig, vinnig.
Walter De Clerck (1981)
Bits. - Zie ook snabben. Hij zit snebbig en pruilend te praten met een forsige kerel, fijn uitgedost in officieel wit maar met afgrijselijke gele schoenen aan, JONCKHEERE 1957, 100.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: