Wat is de betekenis van SMOUTPEER?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMOUTPEER

v. (...peren), 1. boterpeer; 2. (gew. in Z.-Ned.) muilpeer, oorvijg.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

smoutpeer

(19e eeuw) (Antwerpen) oorveeg; klap. • Smoutpeer, Fig. Hevige klets klap op de kaak. Ik gaf ' em ' en smoutpeer, dat em draaide gelijk 'nen top. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1900)

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SMOUTPEER

SMOUTPEER - v. (...peren), boterpeer; ...SCHRIFT, o. (-en), smoutwerk; ...SLAGER, m. (-s), (Zuidn.) olieslager; ...WERK, o. (drukk.) klein drukwerk; ...ZETTER, m. (-s), zetter van smoutwerk.

Gerelateerde zoekopdrachten