SMOUTPEER
v. (...peren), 1. boterpeer; 2. (gew. in Z.-Ned.) muilpeer, oorvijg.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (Antwerpen) oorveeg; klap. • Smoutpeer, Fig. Hevige klets klap op de kaak. Ik gaf ' em ' en smoutpeer, dat em draaide gelijk 'nen top. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1900)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
SMOUTPEER - v. (...peren), boterpeer; ...SCHRIFT, o. (-en), smoutwerk; ...SLAGER, m. (-s), (Zuidn.) olieslager; ...WERK, o. (drukk.) klein drukwerk; ...ZETTER, m. (-s), zetter van smoutwerk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: