Wat is de betekenis van smousentaal?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMOUSENTAAL

v., Joodse tongval, Jiddisch.

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

smousentaal

(19e eeuw) (inf. en beledigend) Jiddisch. Zie ook: smous*; de smous is in de schouw; 't lijkt hier wel een smousenkerk. • De schaftklok heeft reeds lang geluid, zei van Beveren, en onze tafel wordt maar niet gedekt. Wij eten maar een boterham, antwoordde zijne vrouw min of meer verlegen. Die kost is mij niet vreemd, vrouw! als ge iemand trakte...

Gerelateerde zoekopdrachten