Wat is de betekenis van smots?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMOTS

v. (-en), gemene vrouw, slet.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

smots

(1726, vero.) (scheldw.) gemene, ontuchtige vrouw. Smots betekent eigenlijk: iets vuils; vlek; smet. Smotsig is een gewestelijk woord voor: vies, vuil, smerig. • ’t Is een smotze. Dit kan zyn smousse, een Jodin, gelijk smous een Jode; hoedaanige wel morssig plegen te zyn. Maar ’t kan ook beduiden een verken, en een hoer, gelyk te z...

2025-07-25
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

smots

(zn) onzedelijk meisje EK.

2025-07-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

smots

(verouderd en gewestelijk) gemene, ontuchtige vrouw (die met iedere vent meegaat). Smots betekent eigenlijk ‘iets vuils; vlek; smet’. Smotsig is een gewestelijk woord voor ‘vies, vuil, smerig’.Gij duivelsche smots! (Herman Teirlinck, De vertraagde film, 1922)

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

smots

v. smotsen (1 vlek, smet; 2 slons): 1. een schortje vol smotsen; 2. een smots van een vrouw.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

smots

v. (-en; -je) → slons.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

smots

smots - v., smet, vlek; vuile vrouw; „smotsen”: bemorsen,bevlekken.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SMOTS

SMOTS - v. (-en), (w. g.) iets vuils, vlek, smet; gemeene, lage vrouw. SMOTSJE, o. (-s).

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Smots

Smots, v. (w.g.) iets vuils, vlek, smet.