Wat is de betekenis van smeicheler, smeichelaar?

2025-07-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

smeicheler, smeichelaar

(Bargoens) vleier, mooiprater, slijmbal. Vermeld door Henke. Nog in gebruik te Leiden (zie Hans Heestermans in het Leidsch Dagblad, 15/11/2002). Van het Jiddische sjmeichelen (vleien; naar de mond praten).