Wat is de betekenis van smeerpot?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMEERPOT

m. (-ten), 1. pot met of voor smeer ; 2. pot van waaruit een werktuigdeel wordt gesmeerd ; 3. vuil, morsig mens.

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

smeerpot

(19e eeuw) (scheldw.) vuile, onzindelijke vent. • Hermstad noem ik een morsbeer …; en hij moet niet denken, de smeerpot, dat ik zijn ezelswerk met een schoon overhemd zal betalen. (A. Gijsberti Hodenpijl: Willem van Bergen, Student aan de Leidsche Hoogeschool. 1842) • Smeerpot, znw., m . — Fi . Vuile , onzindelijke vent, ve...

2025-07-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

smeerpot

pot met of vir smeer, ghries; vuil, smerige mens.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

smeerpot

(-ten) 1. m. Eig. pot met of voor smeer. 2. m. en v. Metf. → smeerpoes.

Gerelateerde zoekopdrachten