SMEERPOT
m. (-ten), 1. pot met of voor smeer ; 2. pot van waaruit een werktuigdeel wordt gesmeerd ; 3. vuil, morsig mens.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-ten), 1. pot met of voor smeer ; 2. pot van waaruit een werktuigdeel wordt gesmeerd ; 3. vuil, morsig mens.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (scheldw.) vuile, onzindelijke vent. • Hermstad noem ik een morsbeer …; en hij moet niet denken, de smeerpot, dat ik zijn ezelswerk met een schoon overhemd zal betalen. (A. Gijsberti Hodenpijl: Willem van Bergen, Student aan de Leidsche Hoogeschool. 1842) • Smeerpot, znw., m . — Fi . Vuile , onzindelijke vent, ve...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: