Wat is de betekenis van smeerbaard?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

smeerbaard

(1936) (sch.) schilder. Ook een scheldwoord voor een viezerik. • ... maar waarom moest ze me ook ‘Dick’ als voorbeeld stellen, die smeerbaard, die naaktkliederaar. (Simon Vestdijk: Meneer Visser's hellevaart. 1936)

Gerelateerde zoekopdrachten