Wat is de betekenis van smaldeel?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMALDEEL

o. (...delen), 1. onderdeel, onderafdeling; 2. elk der drie hoofdafdelingen waarin een vloot verdeeld is ; eskader ; — kleine groep gezamenlijk varende of optredende schepen.

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

smaldeel

smaldeel - zelfstandig naamwoord uitspraak: smal-deel 1. wat kleiner is dan het totaal ♢ deze groep is een smaldeel van de Marine 2. groep marineschepen of militaire vliegtuigen ♢ dit smaldeel h...

2025-07-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

smaldeel

een in verband optredende groep oorlogsschepen van diverse afmetingen en bewapening.

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

smaldeel

klein gedeelte.

2025-07-28
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

SMALDEEL

(lett.: klein deel), onderdeel van een vloot of (sinds 1665) van een eskader; thans vooral eskader van geringe omvang. De Kon. Marine heeft in Nederland doorlopend een oefensmaldeel in dienst.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

smaldeel

o. smaldelen (eig. klein deel: deel ener oorlogsvloot, eskader).

2025-07-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Smaldeel

→ Eskader.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

smaldeel

('smal) o. (...delen) 1. Algm. klein gedeelte. 2. Inz. deel van een oorlogsvloot, eskader.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Smaldeel

noemt men een gedeelte eener oorlogsvloot.