Wat is de betekenis van sluiter?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLUITER

m. (-s), 1. die sluit; 2. (mil.) toestel dat men op een geweer kan plaatsen om optische seinen te geven; 3. (fot.) mechanisme aan een fotografisch apparaat waarmee de lensopening aan het licht blootgesteld kan worden en waarmee men ook de belichtingstijd kan regelen.

2025-07-28
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

sluiter

De sluiter is het schuifje in een fototoestel, vlak voor de filmrol, waarmee geregeld kan worden hoe lang het licht op de filmrol valt.

2025-07-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

sluiter

sluiter - In het algemeen een mechanisme in een camera dat licht door een opening laat vallen, waardoor een stuk film wordt belicht.

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

sluiter

plaatjie in kamera wat die lig deurlaat of afsluit.

2025-07-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Sluiter

onderdeel van het fototoestel, dienende voor het afsluiten resp., toelaten van licht. Dit kan uitgevoerd worden door het afnemen of opzetten van het objectiefhoedje, of wel door een mechanische, automatisch werkende inrichting, S. genoemd.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sluiter

m. sluiters, stuitertje (iem., die stuit; inz. grote knikker, die tegen iets aangestoten, terugspringt).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sluiter

('sluitər) m. (-s) 1. Eig. hij die sluit. 2. Metn. toestel waarmede men iets sluit.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SLUITER

SLUITER - m. SLUITSTER, v. (-s), die sluit.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Sluiter

Sluiter (Willem), een gemoedelijk en stichtelijk Nederlandsch dichter, geboren te Nede den 22sten Maart 1627, studeerde te Utrecht in de godgeleerdheid en werd predikant te Eibergen. Zijne echtgenoote werd hem na een huwelijk van 2 jaar ontrukt, en hij vervaardigde bij die gelegenheid het gedicht: „Doods-echtscheiding”. Hij verdeelde nu zijn tijd t...