Wat is de betekenis van Sluijer?

2025-07-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Sluijer

De sluijer is een kleedingstuk der vrouwen, gewoonlijk van gaas of van een ander dun weefsel, en dienende om het gelaat te bedekken, terwijl de gesluierde er zonder moeite doorheen ziet. Vooral in het Oosten is het van ouds de gewoonte, dat de vrouwen zich niet anders dan gesluijerd in het openbaar vertoonen. In Europa is de sluijer meer een gedeel...

2025-07-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Sluijer

Sluijer, (B. SLUIER), m. (-s), doek, bekleedsel (over het hoofd); (r.k.) den - aannemen, non worden, in een klooster gaan; doopsluijer; (fig.) vermomming; voorwendsel; onder den - van den nacht, van het geheim. *-EN, bw. gel. (ik sluijerde, heb gesluijerd), met eenen sluijer bedekken.

Gerelateerde zoekopdrachten