slobberdoes, slobberdoos
(18e eeuw) (vnl. Ned.-Limburg) iemand die slordig eet en alles knoeierig doet, m.n. gezegd van kinderen; tegenwoordig ook: lekkerbek. Het WNT citeert o.a. J. Nolet de Brauwere van Steeland: Gedichten (1839-1859): “Gij waart een rechte slobbedoes en breekboel in huis.” • 't Is een slobberdoes. Deze is een nabestaande bloedverwant va...