SLIJP
I. v. (-en), (gew.) werktuig waarmee vlas van de laatste houtachtige vezels wordt ontdaan. II. o., door slijpen verkregen, fijn verdeelde stof; — slijpsel van een of andere steensoort dat gebruikt wordt om er mee te schuren en te schrobben, schuurzand: — geslepen hout als grondstof voor verschillende industrieën, houtslijp.