Wat is de betekenis van SLIJP?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLIJP

I. v. (-en), (gew.) werktuig waarmee vlas van de laatste houtachtige vezels wordt ontdaan. II. o., door slijpen verkregen, fijn verdeelde stof; — slijpsel van een of andere steensoort dat gebruikt wordt om er mee te schuren en te schrobben, schuurzand: — geslepen hout als grondstof voor verschillende industrieën, houtslijp.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

slijp

o. (door slijpen verkregen, fijn verdeelde stof; slijpsel inz. van marmer, om er mee te schuren of te schrobben; geslepen hout als grondstof voor industrieën; metaalslijpsel).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

slijp

o. 1. Algm. door slijpen verkregen, fijn verdeelde stof : van metaal, hout. 2. Inz. schuurzand.

2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Slijp

zie Papier.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SLIJP

SLIJP - o. schuurzand.

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Slijp

Slijp, o. gmv. schuurzand. *-BORD, o. (-en), slijpplank. *-EN, bw. ong. (ik sleep, heb geslepen), wetten, scherp maken, aanzetten; kunstig bewerken; polijsten (glas); bewerken (diamant); (fig.) de straat -, gedurig op straat loopen; het verstand, den geest - (scherpen); hij is zeer geslepen (zeer slim). *-ER, m., *-STER, v. (-s), die slijpt. *-...

2025-07-28
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Slijp

Aerugo ferri; stercus ferri; recrementum, ramentum ferri, scoria.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)