Wat is de betekenis van Sleutelmacht?

v., 1. (R.-K.) macht om zonden te vergeven, zinspelend op de sleutels van Petrus; 2. (rechtst.) huismacht, bevoegdheid tot beheer der huwelijksgemeenschap voor zover die de echtelijke woning betreft.

de macht, welke door Christus aan den H. Petrus en de Apostelen beloofd is in Matth. 16, 13-19, en welke inhoudt de macht over alle zonden, de macht om die zonden werkelijk te vergeven; een macht, die bij wijze van rechtspraak uitgeoefend moet worden en werkelijk onderscheiden is van de macht tot doopen.

zie Jurisdictie.

v. (godsdienst: de macht om het Koninkrijk Gods te openen en te sluiten; inz. R.-K. de pauselijke macht).

is de naam, die soms aan de bestuurs- en wijdingsmacht der Kerk wordt gegeven, vooral in verband met de zonden vergeving. De naam komt van het door Christus gebruikte beeld van de sleutels van het hemelrijk, die aan Petrus werden gegeven (vergelijk Mt.16.19). Pauwels.

v. [sleutels van St. Pieter] Kat. macht om zonden te vergeven.

Het beeld der sleutelmacht is ontleend aan Jes. 22 : 22, waar de Heere aan Eljakim belooft den sleutel van het huis Davids te geven d. i. hem als hofmeester of rijkskanselier aan te stellen, in verband met Openb. 3 : 7, waar deze tekst wordt aangehaald en op Christus wordt toegepast: „Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, die den sleutel David...

...