Sleuteldrager
m. (-s), 1. persoon die sleutels in zijn bewaring heeft; 2. kamerheer aan een hof.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. persoon die sleutels in zijn bewaring heeft; 2. kamerheer aan een hof.
M. J. Koenen's (1937)
m. sleuteldragers (iem., die de sleutel in bewaring heeft; ook: kamerheer aan het hof); verg. claviger.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
m. (-s) 1. Alom. persoon die de sleutels draagt, in bewaring heeft. 2.Int. kamerheer aan het hof.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: