Wat is de betekenis van Slegel?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Slegel

m. (-s), (Zuidn.) staak van een slagnet, zie ook SLAGEL.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

slegel

m. slegels (grote houten hamer met lange steel); ook, slagel: de slegel rijst en raakt.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

slegel

('sle:gəl) v. (-s) slegge.

2025-07-29
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

slegel

slegel - m. of slegge v., houtenhamer.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SLEGEL

SLEGEL - m. (-s), slegge.

Gerelateerde zoekopdrachten