Wat is de betekenis van Sleeheid?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sleeheid

v., (w. g.) het slee-zijn.

2025-07-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Sleeheid

Sleeheid, v. gmv. zuurheid; stompheid (der tanden).

Gerelateerde zoekopdrachten