Wat is de betekenis van SLEEDOORN?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sleedoorn

m. (-s), doornachtige heester uit de familie der roosachtigen (Prunus spinosa), ook sleep ruim, sleien en trekkebek geheten, met langwerpige bladeren en harde blauwe vruchten: de sleedoorn bloeit meestal voor de bladeren uitkomen.

2025-07-24
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

SLEEDOORN

(Prunusspinósa; Z.V1., Z.B.: wilde prume; N.B., Th., Z.VL: zwarte doren). In Zeeland algemene struik. Is samen met meidoorn, hondsroos en koebraam karakteristiek voor de heggen en struwelen in het Zeeuwse polderland. Wordt ook veel aangeplant.

2025-07-24
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Sleedoorn

(Prunus spinosa): bloesem, 1-3 g in aftreksel; mild laxeermiddel. Sleutelbloem (Primula officinalis): wortels 0,5-1 g als afkooksel; bladeren en bloemen, 2-4 g in aftreksel om kersenpff catarre op de borst los te maken, bij gasvorming en chronische verstopping.

2025-07-24
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

SLEEDOORN

(Fr.: krikelbeani). Struik. Op het zand vrij geregeld in wallen en bosjes.

2025-07-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Sleedoorn

is een in het wild, veelal langs weiden en wegen groeiende struik, met lange doorns, nauw verwant aan de pruim. De s. bloeit vroeg in het voorjaar (z. Prunus spinosa).

2025-07-24
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Sleedoorn

(Prunus spinosa), tot de Pruimenfam. behorende struik met veel puntige dorens. Witte bloempjes, vóór de bladeren uitkomend. Vrucht een wrang blauw pruimpje. Veel honing en stuifmeel.

2025-07-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Sleedoorn

roosachtige heester, geslacht Prunus, met donkerblauwe, wrang smakende steenvrucht, dorens en langwerpige bladeren. I/h wild in heggen en duinen.

2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Sleedoorn

Ook sleepruim of trekkebek (Prunus spinosa), een plantensoort van de fam. der roosachtigen; komt over geheel Europa voor als een 2-3 m hooge struik of boompje. De witte bloemen staan alleen of met twee bij elkander en verschijnen vóór de bladeren. De bolronde blauwe steenvruchtjes zijn sterk berijpt en hard; voor de vorst zijn zij zee...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sleedoorn

('sle:) m. (-s) [~Lat. livor, loodkleur] doornige heester met witte bloemen die voor de bladeren ontluiken, en loodkleurige, wrange bessen (Prunus spinosa).