Slapte
v., 1. krachteloosheid; 2. gebrek aan stevigheid, zachtheid; 3. geringe concentratie, het afwezig-zijn van de nodige hoeveelheid bestanddelen: slapte van de mortel; de slapte van jenever; 4. geringheid van vertier, van omzet: de slapte der beurs, in de handel.