Wat is de betekenis van sjonef, sjonof?

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

sjonef, sjonof

(1937) (Rotterdam) mannelijk lid. Herkomst onduidelijk. Vgl. sjlojer*. • Sjonof: manl. geslachtsdeel. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (Robert Henk Zuidinga: Eroticon: het ABC van de erotiek. 1990)

Gerelateerde zoekopdrachten