Sjabbes
v., (gemeenz.) sabbat.
Marc De Coster (2020-2025)
(1847) (ook: chabbes, schabbes, shabbes) (Jidd.) sabbat; de joodse rustdag. 'Sjabbes koudesj': de heilige sabbat. 'Sjabbes hagodel': de laatste sabbat voor Pasen. 'Sjabbes maken': de nodige voorbereidingen treffen voor de viering van de sabbat. • Mijnheer Löwenthal, we moeten naar huis, want 't is sjabbes-avond en de sterren zullen gauw a...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
sjabbes - Zelfstandignaamwoord 1. sabbat 2. (Jiddisch-Hebreeuws) sjabbat, zevende dag van de week, zaterdag, joodse rustdag Woordherkomst Herkomst: Jiddisj Synoniemen Hebreeuws-Nederlands: sabbat Hebreeuws: sjabbat Asjkenazisch Hebreeuws: sjabbos Sefardisch Hebreeuws: saba
Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)
(Jidd. < Hebr. sjabbos, rustdag), joodse rustdag, van vrijdagavond tot zaterdagavond: Voor het gebouw wachtte men elkaar op. Men schudde handen en wenste elkaar ‘goed sjabbes’, MARGA MINCO [1957].
H. Beem (1975)
Sjabbat; sjabbes maken = de nodige voorbereidingen voor de viering van de Sjabbat treffen; in engere zin de sjabbatkaarsen aansteken en de lofzegging daarover uitspreken; Hebreeuws sjabbat, idem.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: