Wat is de betekenis van sjaak?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

sjaak

1) (2001) (straattaal) onaangenaam iemand. Ook in allerlei verbindingen, bijv. sjaakhelm. Zie ook: sjaak-afhaak; de sjaak zijn. • Sjaak/ knaak: onaangenaam persoon, nerd. (Jacomine Nortier: Murks en straattaal. Vriendschap en taalgebruik onder jongeren. 2001) • Nee. Ik g-ga… echt niet met zo’n ach-ach-terlijke sjaakhelm op l...

2025-07-26
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Sjaak

Verkorting van Jacob en ook wel van Izaäk (Zeeuws-Vlaanderen).

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Sjaak

Sjaak - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2025-07-26
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Sjaak

Naam voor de Kauw in Hunsel (L) en Echt (L), in Mechelen-aan-de-Maas (BL) ook Dolle Sjaak1 [WLD]. Hier in de buurt ook Tjaak ← en Tsjaak. Alle namen zijn onomatopoëtisch; de ono wordt als mansnaam weergegeven. Vgl. ook Jakkob. 11 Dolle in Dolle Sjaak zal wel een vervorming van Dool ← zijn.

2025-07-26
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Sjaak

m Verkorting van Izaak (Zeeuws-Vla.) of van Jacob.

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)