Wat is de betekenis van Sitter?

2025-07-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

sitter

1. zitter; poserende; 2. broedende vogel, broedhen.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Sitter

('sittər) (Willem de) Nederlands sterrenkundige, ° 6 mei 1872 te Sneek, hoogleraar en direkteur der sterrenwacht te Leiden, ✝ 20 nov. 1934 aldaar ; schreef in verschillende tijdschriften over fotometrie, teoretische astronomie enz.

2025-07-29
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Sitter

Sitter (Albert Jan de), een verdienstelijk Nederlandsch geschiedkundige, geboren te Groningen den 1sten September 1748, studeerde eerst te Groningen en daarna te Leiden in de regten en werd na zijne promotie benoemd tot rentmeester der stads veenen te Groningen en later tot drost der beide Oldambten. In 1787 moest hij zijne betrekking nederleggen e...