Sitspapier
o. (-en), 1. soort van papier, aan één zijde met heldere kleuren, inz. gemarmerd, bedrukt. 2. effen geklemd, sterk geglansd papier.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-en), 1. soort van papier, aan één zijde met heldere kleuren, inz. gemarmerd, bedrukt. 2. effen geklemd, sterk geglansd papier.
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
soort sierpapier: papier dat met behulp van houten, vaak uit katoendrukkerijen afkomstige blokken bedrukt is met een decoratief patroon in een of meer kleuren; vooral in de 18e en 19e eeuw gebruikt voor omslagen, schutbladen en als beplakkingsmateriaal voor boekplatten. - katoenpapier.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
SITSPAPIER - o. (-en), eene soort van papier; aan ééne zijde met heldere kleuren, inz. gemarmerd, bedrukt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: