Wat is de betekenis van Siphon?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Siphon

(<Fr.), m. (-s), 1. hevel, bepaaldelijk buisleiding met hevelwerking. 2. fles die door middel van een hevel wordt geledigd: een siphon spuitwater. 3. grondduiker, verbinding van twee open waterleidingen door een dieper gelegen buis, b.v. onder een straat door. 4. straatkolk met stankafsluiter.

2025-07-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Siphon

Bij de meeste bladluizen bevinden zich op de rugzijde van het 5c of 6e segment twee kortere of langere, cylindervormige uitsteeksels, de s. of siphunculi. Het zijn de uitmondingen van klieren, die was afscheiden.

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Siphon

hevel; spuitfles, fles spuitwater, siphon; hoos.

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

siphon

I. 1. hevel; 2. siphon; plunging siphon, steekhevel; II. hevelen.

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

siphon

(Fr.) m. zuigbuis, hevel; (spuit)waterfles; trechter V. W.C.; grondduiker; straatkolk met stankafsluiting.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

siphon

m. siphons (Fr. [Gr. siphon = hol lichaam, buis, hevel]: buis met zwanenhals; hevelflesje voor spuitwater, spuitwaterfles; put in een gasleiding, waarin zich vloeistoffen, kolk in een rioolleiding, waarin zich rioolgassen verzamelen; straatkolk met stankafsluiter).

2025-07-28
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

siphon

(Fr.), m. zuigbuis, hevel, spuitwaterfles.

2025-07-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Siphon

→ Syphon.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

Siphon

Siphon - m., hevel; spuitwaterflesch; waterhoos.