singular
I. 1. enkelvoudig; 2. bijzonder, zonderling, eigenaardig; 3. enig (in zijn soort), zeldzaam; the singular number, het enkelvoud; in this we are not singular, staan wij niet alléén; II. enkelvoud.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. 1. enkelvoudig; 2. bijzonder, zonderling, eigenaardig; 3. enig (in zijn soort), zeldzaam; the singular number, het enkelvoud; in this we are not singular, staan wij niet alléén; II. enkelvoud.
Dr. C.F.A. van Dam (1948)
enig, van één, enkel; buitengewoon, bijzonder, eigenaardig, zonderling, vreemd, wonderlijk; (número) singular, m. enkelvoud.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: