Wat is de betekenis van sijpen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sijpen

(sijpte, heeft gesijpt), (gew., Zuidn.) sijpelen; sijpende nat, doornat.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sijpen

sijpen - Werkwoord 1. (verouderd) schrijfwijze voor zijpen "druipen, druppelen"

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sijpen

Z.-N.; zie z ij p e n.

2025-07-28
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

sijpen

Stillare, manare, fluere.