Wat is de betekenis van sijfelen?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sijfelen

(sijfelde, heeft gesijfeld), 1. (van slangen) schuifelen, sissen. 2. fluiten (van een kogel of pijl); fluiten met de mond: hij sijfelde een deuntje.

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sijfelen

sijfelen - Werkwoord 1. (inerg) sissen, fluiten O, die bedompte, sombere ruimte, waarin thans het flauwe toortslicht gleed, waar het vocht droop langs de ruwe muren, padden kropen en slangen sijfelden, [...]

2025-07-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Sijfelen

v., sifelje.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sijfelen

sijfelde, h. gesijfeld (fluiten; van de wind: gieren; v. e. slang: schuifelen, sissen).

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

sijfelen

(sijfelde, heeft gesijfeld), (van slangen) 1. schuifelen; 2. sissen.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SIJFELEN

SIJFELEN - (sijfelde, heeft gesijfeld), blazen (van slangen), schuifelen.

Gerelateerde zoekopdrachten