Wat is de betekenis van Sigismund?

Zie Siegmund

m -> Siegmund (Du.).

naam van drie Poolse koningen: I (1506-1548), geb. 1467. Gaf Pruisen in leen aan Albrecht, grootmeester der Duitse Orde. Zijn hof middelpunt van Renaissance-cultuur; II Augustus (1548-1572), geb. 1520. Verwierf Litauen, Lijfland en Koerland; III (1587-1632), geb. 1566. Tevens koning van Zweden 1592-1604. Bevorderde ContraReformatie. Verloor Lijfl...

1) Duitsch keizer (1411/’37), deed d/d verbranding v. → Huss den Hussietenoorlog uitbreken; 2) S. I koning v. Polen (1506/’48); 3) S. II Augustus’, koning v. Polen (1548/’72), laatste der Jagellonen; 4) S. III, koning v. Polen in 1587, (1592/1600 tevens v. Zweden), versloeg 1621 de Turken bij Chotin.

Heilige, koning der Bourgondiërs, martelaar, † 524. Door Avitus, bisschop van Vienne, uit het Arianisme bekeerd, deed hij veel voor de bekeering van zijn volk. In den strijd met de Franken gevangen genomen, werd hij in 524 vermoord. Zijn lijk werd door Ambrosius, abt van St. Maurice (Wallis), in de abdijkerk bijgezet. Feestdag 1 Mei.Li...

koning (1410-37) en keizer van het DUITSE RIJK (1433—37), *15.2.1361 Neurenberg, ♱9.12.1437 Znaim; zoon van keizer Karel IV. Sigismund erfde in 1378 met markgraafschap Brandenburg, huwde Maria, dochter van de Hongaars-Poolse koning Lodewijk de Grote en kreeg daardoor aanspraak op Polen en Hongarije. Hij werd in Hongarije in 1387 tot koning ge...

zie Siegmund.