Wat is de betekenis van Sieben, sieben?

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Sieben, sieben

1. Sieben: de zeven; eine böse Sieben, een Xantippe, een feeks, een kwaad wijf. 2. sieben: zeven; ein Viertel sieben, kwart over 6; drei Viertel sieben, kwart voor 7; wir waren zu sieben, wij waren met zijn zevenen; sieben gerade sein lassen, wat door de vingers zien.. 3. sieben: zeven, ziften.