Sidderen
(sidderde, heeft gesidderd), sterk beven, trillen: van angst, vrees sidderen; ik sidder nog als ik aan het gevaar denk; — voor iem. sidderen, hem zeer vrezen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(sidderde, heeft gesidderd), sterk beven, trillen: van angst, vrees sidderen; ik sidder nog als ik aan het gevaar denk; — voor iem. sidderen, hem zeer vrezen.
Wiktionary (2019)
sidderen - Werkwoord 1. (inerg) van angst beven ♢ De weerloze mensen sidderden toen zij de woestelingen op zich af zagen komen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
sidderen - regelmatig werkwoord uitspraak: sid-de-ren 1. heel erg trillen van angst ♢ zij begint al te sidderen als ze die man aan ziet komen Regelmatig werkwoord: sid-de-ren ik sidder j...
M. J. Koenen's (1937)
sidderde, h. gesidderd (hevig beven, hevig trillen, inz. door vrees, angst, ontzag; fig. zeer bang zijn): sidderen van vrees; met sidderende vingers; men sidderde voor hem.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(sidderen, heeft gesidderd), sterk beven, trillen: van angst sidderen; voor iemand sidderen, erg bang voor hem zijn.
Instituut voor de Nederlandse taal
sidderen ww. 'trillen' categorie: leenwoord ◆ 400 Mnl. tzitteren 'hevig trillen' in beven, tzitteren, schuveren [1477; Teuth.]; vnnl. tseteren [1573; Thes.], sitteren, tsitteren, tseteren, ceteren [1599; Kil.], tsidderen in Het hart des Minnaers brandt en tsiddert al alleens...
J.H. van Dale (1898)
SIDDEREN - (sidderde, heeft gesidderd), sterk beven, trillen: van angst, vrees sidderen; ik sidder nog als ik aan het gevaar denk ; voor iem. sidderen, hem zeer vreezen. SIDDERING, v. (-en), sterke beving, trilling ; het sidderen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: