sick
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] gestoord, ziek, ziekelijk, ongezond, niet normaal - Welk gestoord brein schiet voor de lol een paar voorbijgangers neer?
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] gestoord, ziek, ziekelijk, ongezond, niet normaal - Welk gestoord brein schiet voor de lol een paar voorbijgangers neer?
Marc De Coster (2020-2025)
(2008) (< Eng.) (straattaal) goed, geweldig, leuk. Eén van de kenmerken van jongerentaal is dat woorden met een negatieve connotatie plots een positieve connotatie krijgen (en omgekeerd). • Sick: tof. ‘De leraren bij ons op school zijn best sick.’(Prisma miniwoordenboek. Drop je lyrics 3. 2008) • Op het scherm in d...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. in: sick him!, pak ze! [tegen hond]; II. 1. misselijk, ziek; 2. zeeziek, beu (van of); 3. ’t land hebbend (over about, at); sick headache, hoofdpijn met misselijkheid; a sick man (person), een zieke; as sick as a horse, zo misselijk als een kat; turn sick, misselijk worden; turn one sick, iemand misselijk maken; be sick at heart, wee zijn...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: