Sibiraéa laevigáta MAXIM
Siberië; 1,5 m. Synoniem: S.altaiénsis C.S., Spiraéa laevigáta L.. Opgaand groeiende struik met tamelijk dikke, afschilferende, rood-bruine takken, eerst behaarde, later geheel kale twijgen; bladeren 4-8 cm lang, 8-25 mm breed, zelden groter, bovenzijde min of meer glanzend blauwgroen, onderzijde iets grijs-groen, geheel kaal, dichtbijeenstaand, o...