setje
1) (2004) (< Eng.) (stud.) koppeltje, stelletje. • Op de tribune keken Tabe van Hoolwerff en Carmen Borstlap om beurten door hun toneelkijkertje of de paardenrace al begon. "Ja, wij zijn een setje", zei studente kunstgeschiedenis Carmen in onvervalst Leids studentenjargon. "Maar ik studeer rechten in Maastricht", vulde Tabe aan. (de Telegra...