Wat is de betekenis van Seraing?

[Fr. surrẽ], een stad in België aan de Maas bij Luik, waarmee het samengegroeid is. Vooral bekend door de ijzerindustrie.

gemeente in België, prov. Luik, aan de Maas. 2232 ha, 42.292 inw. 1816 werden hier de metaalfabrieken van John Cockerill gesticht, deze omvatten o.a. hoogovens, staalfabrieken, 6 steenkolenmijnen; de glasfabriek in de voorm. Cisterciënserabdij is beroemd door haar kristal en bekerglas; chemische ind., meubelnijverheid.

gemeente in de provincie Luik, aan de Maas, op golvende kalk- en leembodem (76-265 m hoog, 2232 ha), telt (1951) 42.975 inw., o.w. talrijke vreemde arbeiders. Het was een dorp met 1955 inw. toen John Cockerill hier in 1816 zijn metaalfabrieken stichtte; deze omvatten thans (147 ha) hoogovens, staal- en klinkboutenfabrieken, constructiewerkhuizen en...

stad i/d Belg. prov. Luik a/d Maas, 45 000 inw.; glas- en metaalindustrie, steenkolenmijnen.

Machtig nijverheidscentrum ten Z. W. van Luik; opp. 2232 ha, ca. 46 000 inw., vnl. Kath., eenige Prot.; talrijke vreemde werklieden. Maasdal. Cockerill-fabrieken, steenkoolmijnen, hoogovens, ijzer- en staalfabrieken, beroemde kristal- en glasfabrieken van Val-St.-Lambert. Kerk uit de 18e eeuw, met rijke binnenversiering van vsch. tijdstippen. Kas...

(sə'r⋶) gemeente in de provincie Luik 2232 ha, 39 650 inw. Metaalfabrieken inz. van Cockerill; steenkolenmijnen, glasnijverheid, chemische industrie, hout- en meubelnijverheid.

Seraing - fabriekstad in België, bij Luik; 50.000 inw. Groote ijzergieterijen.

Belg. gemeente in de prov. en het arr. Luik, 35,32 km2, 66710 inw. Seraing kende een sterke bevolkingstoename aan het einde van de 19e eeuw. Het is een belangrijke industriegemeente in de Luikse agglomeratie (ijzeren staalfabrieken); Cockerill, rond het 18e-eeuws prinsbisschoppelijk kasteel van Luik. De kristalfabriek van Val-Saint-Lambert werd in...

dorp aan de Maas, in de belg. prov. Luik, door een prachtige brug met het dorp Jemeppe verbonden; beroemd door de uitgebreide machine-werkplaatsen, staal- en ijzerfabrieken van wijlen John Cockerill, met meer dan 7000 arbeiders; in 1900: 37.845 inw.