Wat is de betekenis van Semuël?

2025-07-28
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Semuël

1) een overste in stam Simeon; Num. 34:20. 2) kleinzoon van Issaschar; I Chron.7:2.