Wat is de betekenis van Sēmĭvĭr?

2025-07-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Sēmĭvĭr

vĭri, m. 1. eig., een halve man, half man en half dier; vand. bos, de Minotaurus, Ov.; hermaphrodiet. 2. overdr., een gesnedene; onmannelijk, verwijfd, comitatus, Verg., ook = pathicus, Liv.

Gerelateerde zoekopdrachten