Semiet
m. (-en), afstammeling van Sem, oudste zoon van Noach; inz. Israëliet; in het mv. als ben. voor het ras dat in hoofdz. de Arabieren en Israëlieten omvat
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), afstammeling van Sem, oudste zoon van Noach; inz. Israëliet; in het mv. als ben. voor het ras dat in hoofdz. de Arabieren en Israëlieten omvat
Wiktionary (2019)
Semiet - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) iemand die behoort tot de bevolkingsgroepen die een Semitische taal spreken 2. (Jiddisch-Hebreeuws) Jood Woordherkomst Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm), letterlijk: 'afstammeling van Sjeem/Sem' (zoon van Noach) Verwante begrippen Semitisch
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
m. Semieten (afstammeling v. Sem, oudsten zoon van Noach; in het mv. volkerengroep, waartoe Israëlieten en Arabieren behoren).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: