Wat is de betekenis van Semiet?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Semiet

m. (-en), afstammeling van Sem, oudste zoon van Noach; inz. Israëliet; in het mv. als ben. voor het ras dat in hoofdz. de Arabieren en Israëlieten omvat

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Semiet

Semiet - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) iemand die behoort tot de bevolkingsgroepen die een Semitische taal spreken 2. (Jiddisch-Hebreeuws) Jood Woordherkomst Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm), letterlijk: 'afstammeling van Sjeem/Sem' (zoon van Noach) Verwante begrippen Semitisch

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Semiet

afstammeling van Sem; Israëliet

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Semiet

m. Semieten (afstammeling v. Sem, oudsten zoon van Noach; in het mv. volkerengroep, waartoe Israëlieten en Arabieren behoren).

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SEMIET

SEMIET - m. (-en), afstammeling van Sem, oudsten zoon van Noach ; inz. Israëliet en Arabier.