Seizing
v. (-s), 1. (zeew.) platte, van kabelgaren gevlochten, in een punt uitlopende streng, dienende om enig voorwerp vast te leggen (inz. een zeil als bet niet bijstaat) op te vatten: seizings van de kabelaring; seizings aanbrengen, omleggen. 2. reep pakkingstof tussen twee metaalvlakken.