sedia
1) O vanouds, oorspronkelijk, eigenlijk, inderdaad; steeds (zo geweest); 2) gereed, klaar; voorradig, beschikbaar, bereid; -> sedianja, eigenlijk; bersedia, zich gereedhouden, zich klaarmaken; menjediakan, mempersediakan, gereed maken, klaarzetten, voorbereiden, uitrusten, verschaffen, (iets) bestemmen (voor), (geld) uittrekken, fourneren; ter be...