Wat is de betekenis van scrub?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scrub

(Eng.), o., dicht doornig kreupelhout, bep. in Australië.

2025-07-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

scrub

(zelfstandig naamwoord) [alg.] schrobbing, schrubbing, schrubbeurt - Na een voorzichtige schrubbing is mijn huidje weer mooi roze, na een ruwe schrubbeurt is mijn huid vuurrood. [alg.] schrubmiddel, schrobspul - Met een schrubmiddel verwijder je de dode huidcellen, waardoor je huid er weer jeugdig fris uitziet.

2025-07-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Scrub

(Eng., andere vorm van shrub = struik] vrijwel ondoordringbaar struikgewas in de binnenlanden van Australië.

2025-07-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Scrub

dicht kreupelhout, vooral in Australië.

2025-07-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

scrub

I. 1. stumper, stakker; dreumes; 2. in de groei belemmerde plant; 3. struikgewas; give one (it) a good scrub, eens goed afboenen; II. schrobben, schuren, (af)boenen.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

scrub

(skrΔb) o. [Eng. stompe bezem] lastig kreupelhout op Nieuw-Zeeland of Australië.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Scrub

[Eng.], m., dicht doornig kreupelhout, savanne in Australië.