Schroet
m. (-en), wilde schroet, ben. voor de tot de trapganzen behorende grote trap (Otis tarda).
Klaas J. Eigenhuis (2004)
Gelders/overijsselse benaming voor de Kalkoen; limburgs Sjroet. Als namen voor wilde vogels zijn namen in zwang (geweest?) als Wilde Schroet ← (=Grote Trap) en Wilde Schroete (=Kraanvogel). ETYMOLOGIE Weijnen 1996: de vogelnaam is de stam van drents schroeten (=pochen, grootspreken); mndschruten 'snurken, snuiven' >rijnlands Schru...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: